VEGABAR meet ook betrouwbaar bij extreme temperaturen en drukken

Van precies zo'n geval was sprake bij een drukmeting in een petrochemisch proces. Het meetpunt bevindt zich in een explosiegevaarlijke zone en de temperaturen liggen tussen +20 en +200 °C, de druk varieert van 1,5 tot 200 kPa absoluut. De drukmeting op deze plaats is een doorslaggevende regelwaarde in het volledig geautomatiseerde proces. Want het rendement en uiteindelijk ook de productkwaliteit zijn afhankelijk van deze waarde. Geringe afwijkingen leiden al tot schommelingen in de procesbesturing.
In het verleden werd de druk bepaald via een klassieke verschildrukmeting. Het probleem in dat geval: bij deze metingen wordt een capillaire leiding met olie langs de 20 m hoge kolom gevoerd. Bij schommelende temperaturen (bijvoorbeeld in landen met overdags hoge temperaturen en 's nachts koude winden) ontstaat er een verloop (drift) in de meetwaarden. Dit verloop kan niet rekenkundig worden gecorrigeerd. Normaal gesproken wordt dit probleem opgelost door te kiezen voor grotere procesaansluitingen voor de druktransmitter, maar dit was hier om bouwtechnische redenen niet mogelijk. Tegelijkertijd daalt bij vacuüm het kookpunt van de olie in de capillaire leiding en bij hoge temperaturen zal de olie dan gaan uitgassen. Daardoor ontstaat er een luchtbel in de leiding, die eveneens leidt tot instabiele metingen. Met andere woorden: de meting op deze plaats leidde steeds maar weer tot onnauwkeurige meetwaarden.