email public

Meetmethoden voor debietmeting

Bij debietmeting wordt de hoeveelheid materiaal gemeten die per tijdseenheid door een dwarsdoorsnede van een buis stroomt. De hoeveelheid wordt als massa of volume uitgevoerd.
Typische toepassingen voor debietmeting zijn het meten van gassen en dampen, agressieve of viskeuze vloeistoffen in leidingen en van vaste stoffen op transportbanden.

VEGA maakt voor het meten van debiet gebruik van twee fysische meetprincipes:

  • Verschildruk
  • Radiometrie

Stap voor stap naar de juiste sensor

Wat wilt u meten?

Vloeistoffen
Vaste stoffen

Meetprincipes
Functie
Toepassingen

Meetmethoden voor debietmeting

Verschildruk

VEGADIF: meting van debiet door middel van verschildruk
VEGADIF: meting van debiet door middel van verschildruk

Radiometrie

 WEIGHTRAC: meting van massastroom op de transportband door middel van radiometrie
WEIGHTRAC: meting van massastroom op de transportband door middel van radiometrie

Een korte uitleg: Wat is debietmeting?

Dagelijks worden in buizen en leidingen de meest uiteenlopende stoffen getransporteerd en gedistribueerd. Dat kunnen vloeistoffen zijn zoals water, maar ook olie en gassen, chemicaliën of gesteentehoudend slib. Om te bepalen hoeveel van een stof per tijdseenheid door een leiding stroomt, wordt gebruik gemaakt van het principe van de debietmeting. De medium hoeveelheid wordt daarbij als massa of volume aangegeven en met behulp van speciale debietmeters gemeten.

Hoe is een debietmeter opgebouwd?

Een debietmeter bestaat in principe uit twee hoofdcomponenten: een opnemer, die als debietsensor dient, en een meetversterker, die de gemeten waarden omzet en verwerkt. De opnemer kan bepaalde fysische of chemische eigenschappen en de materiaaleigenschappen van zijn omgeving kwalitatief of kwantitatief meten. Deze gemeten grootheden worden vervolgens door de meetversterker omgezet in andere waarden en uitgestuurd in grootheden die verder kunnen worden verwerkt. Meestal gaat het daarbij om elektrische signalen.

 

Van welke meetprincipes maakt VEGA gebruik om debiet te meten?

VEGA maakt voor het meten van debiet in principe gebruik van twee fysische meetprincipes: verschildruk en radiometrie. Bij debietmeting door middel van verschildruk wordt via een differentiaaldrukmeter, bijv. een meetflens of een pitotbuis, de verschildruk gemeten. Een verschildruktransmitter berekent uit de gemeten waarde vervolgens het debiet. Daarbij kunnen drukverschillen van slechts enkele mbar worden gemeten - ook bij een hoge statische druk. Dankzij de fijne gradatie van de meetcelbereiken en een hoge meetnauwkeurigheid zijn zo nauwkeurige debietmetingen te realiseren. Bovendien maakt de grote keuze aan meetbereiken een breed toepassingsspectrum van de verschildrukmeting mogelijk.

Welke toepassingsgebieden zijn er voor de debietmeting?

Debiet is naast temperatuur, druk en kracht een van de belangrijkste grootheden in de industriële meettechniek. Typische toepassingen voor debietmeting zijn het meten van gassen en dampen, agressieve of viskeuze vloeistoffen, maar ook het bepalen van de hoeveelheid vaste stoffen op transportbanden. Omdat deze stoffen deels zeer uiteenlopende eigenschappen hebben, bestaan er voor de meting ervan verschillende meetprincipes: verschildruk en radiometrie.

Massastroombepaling op de transportband

Het radiometrische meetprincipe wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het meten van de massastroom op transportbanden . Daarbij zendt een isotoop gebundelde gammastralen uit. De sensor aan de tegenover liggende zijde van de transportband ontvangt deze straling. De scintillator van de sensor zet de gammastraling om in signalen, waarvan het aantal wordt gedetecteerd en geëvalueerd. Omdat gammastralen bij het doordringen van materie worden afgezwakt, kan de sensor aan de hand van de intensiteitsverandering in combinatie met de bandsnelheid de massastroom berekenen. Een voordeel van radiometrie is de slijtage- en onderhoudsvrije werking, omdat er altijd een contactloze debietmeting plaatsvindt. De eenvoudige installatie van het meetsysteem, bijvoorbeeld aan de frameconstructie van een transportband, en de ongecompliceerde inbedrijfstelling maken een exacte bepaling mogelijk van het getransporteerde volume aan vaste stoffen.
Verder kan met radiometrie ook de massastroom in leidingen worden gemeten. Ook hier wordt aan de ene kant van de leiding een bronhouder gemonteerd. Deze bevat een licht radioactieve isotoop, die gammastraling uitzendt. De sensor aan de tegenover liggende zijde van de leiding meet de intensiteit van de aankomende straling. Hoe hoger de dichtheid, des te minder straling er bij de sensor aankomt. Samen met een debietmeter kan op basis van het uitgangssignaal uit de gemeten dichtheid de massastroom worden berekend. Doorgaans gaat het hier om abrasieve materialen, bijvoorbeeld slib.



Sluiten